Ben, Marjolein, Femke en Maaike in Noorwegen

Ben, Marjolein, Femke en Maaike in Noorwegen

maandag 19 maart 2012

Even naar Nederland (en Belgie)

Op 15 april had ik een afspraak bij een Belgische klant. Op 14 april zijn we naar Brussel gevlogen, hebben we onze presentatie aan de klant voorbereid op ons hoofdkantoor en op 15 maart zijn we naar de klant gereden en hebben hier overleg gevoerd. Voor mij waren dit slechts de secundaire voorwaarden van de reis. Primair draaide het om de vrije dag die ik op vrijdag ging nemen en het lange weekend wat ik hierdoor in Nederland kon doorbrengen.
En het was toch wel weer erg lekker om weer een paar dagen gewoon in Nederland te vertoeven. De dagelijkse dingen als de trein, mensen die zomaar tegen je beginnen te praten, een televisie op de achtergrond. In het Noors kost het me concentratie om iets te volgen dus een televisie op de achtergrond volgen is aan mij nog niet besteed. Maar in je eigen taal volg je ongemerkt heel veel meer dan het gesprek wat gaande is en een gesprek in het Nederlands is al snel aanzienlijk veel wolliger dan in het Noors.
Maar goed. Op donderdagavond vanuit Brussel met de trein naar Nederland en lekker naar Femke en de familie Planken toe. Op vrijdag heeeeel veel spullen gekocht. En uiteraard vaders, moeders en de zusjes bezocht.

Een klein ongemak van emigreren is dat je opnieuw moet leren waar je alles kunt kopen, terwijl je eenmaal in Nederland zo weer de vertrouwde winkels in loopt. Los hiervan zijn sommige dingen gewoon echt niet tot nauwelijks te krijgen in Noorwegen of is de prijs onbegrijpelijk hoog. In mijn zoektocht om te achterhalen waarom de Nederlandse kaas hier 3-4x de Nederlandse prijs is, kwam ik al snel uit op de site van de douane: om de Noorse boeren te beschermen en de locale productie te stimuleren worden enorme invoerheffingen geheven. Op zich een nobel streven waar ik absoluut een voorstander van ben, waarom zouden we goederen over de halve vervoeren terwijl we het locaal kunnen telen.
Maar enige eisen aan de locale vaardigheden mogen wel gesteld worden. Dat het zoontje van mijn buurman leuk kan timmeren, wil nog niet zeggen dat ik hem verkies boven de vaklui 200km verderop.
Voor zover mijn beperkte kaaskennis reikt, begint de het product met gras, een koe die het gras eet en melk produceert. De melk wordt gepasteuriseerd, gesepareerd, stremsel en cultuur worden toegevoegd en geroerd. De kazen worden geperst, krijgen zwemles in een pekelbad en de man van Albert Heijn klopt regelmatig op de kazen om te horen of ze al gedraaid moeten worden. Maar gezien de smaak van de Noorse kaas vermoed ik dat de zoon van de buren hier een paar stappen overslaat: het gedeelte met de koe bijvoorbeeld. Het gras gaat rechtstreeks de pers in en de zwemles in het pekelbad wordt teniet gedaan doordat ze buiten in het Noorse klimaat te drogen worden gelegd. Om een lang verhaal kort te maken: een koffer in het vliegtuig mag 23 kilo wegen, de mijne woog 22,5 waarvan 7 kilo besteedt aan de welbekende Gouda kaas in vele varianten. Heerlijk.

De resterende kilos waren voor Goudse stroopwafels, stroop, honing en drop en Femke heeft het laatste gedeelte van de puzzel opgelost: hoe krijgen we dit alles zo efficient mogelijk in een beperkte koffer.

En dan te bedenken dat we begin april weer naar Nederland komen, en dan 3 koffers mee terug kunnen nemen ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten